Van huis uit is het kooikerhondje een werkhondje: assistent van de kooibaas, bewaker van huis en erf, verdelger van muizen, mollen en ratten. Het is een lief, vrolijk en pittig hondje, attent en intelligent, dat in hoge mate bereid is om voor de baas te werken.
In huis vertoont het kooikerhondje een groot aanpassingsvermogen; op zijn tijd rustig en bescheiden, dan weer speels en bruisend van levenslust. Hij is goed waaks, maar slaat alleen aan als er reden voor is.
In vrije beweging buiten (onaangelijnd) heeft hij een hoog bewegingstempo, lichtvoetig met een permanent sierlijk wuivende staart.
Hij is gevoelig voor lawaai en harde woorden. Het is geen allemansvriend. Hij is aanvankelijk terughoudend tegenover vreemden, kinderen en andere honden.
Afhankelijk van het temperament zal hij vluchten of grauwen als hij zich onzeker voelt. Heeft hij iemand geaccepteerd dan is er een vriendschap voor het leven gesloten.